Ik BENOveer en isoleer ik mijn buitenmuren aan de binnenkant
BENOveren aan de binnenzijde is een delicate techniek, maar soms is het de enige mogelijke, bijvoorbeeld bij rijwoningen in de stad – waar de grenzen van de woning strikt zijn vastgelegd (de ‘rooilijnen’) –, of wanneer aan de historische gevel niets mag worden gewijzigd.
BENOvatie aan de binnenkant kan op twee manieren. Ofwel worden er dampdichte isolatieplaten (zoals pur) rechtstreeks op de muur gekleefd. Ofwel wordt er een ‘voorzetwand’ aangebracht. Op een rooster (latten of metal stud®-profielen) komt er een dampscherm en vervolgens een afwerking met bijvoorbeeld gipsplaten. De ruimte tussen de bestaande muur en de afwerkingsplaten wordt opgevuld met een dampopen isolatiemateriaal (minerale wol). Een lattenrooster moet worden verankerd in de draagmuur, de vloer en het plafond. Metal stud®-profielen moeten enkel in de vloer en het plafond worden verankerd. Om thermisch of geluidscontact te vermijden, moet de minimale afstand tussen de gipsplaten en de draagmuur strikt worden gerespecteerd.
BENOvatie aan de binnenkant van de buitenmuren is de goedkoopste oplossing, maar het is ook de oplossing met de meeste risico’s. Binnenisolatie wordt daarom hoofdzakelijk toegepast bij grondige renovaties, waarbij ook andere herinrichtingswerken gepland zijn.
Welk BENOvatie-advies geeft de overheid?
Voor buitenmuren adviseert de overheid Umax= 0,24 W/m²K
Hoe bereik je dat?
Door te isoleren met bijvoorbeeld 12 cm minerale wol met een lambdawaarde van 0,030 W/mK, of met 10 cm pur met lambdawaarde 0,022 W/mK.